Op 10 april jl. kwam de Goudse gemeenteraad bijeen voor de besluitvormende raadsvergadering. Op deze volle (reguliere) agenda stond ook een zogeheten ‘verzoek tot interpellatie’ geagendeerd. Dat verzoek was tijdig ingediend en het college had over dat verzoek inmiddels de gemeenteraad geïnformeerd. Op 22 maart jl. hadden verschillende overheidsinstanties controles uitgevoerd bij een aantal eetgelegenheden in het centrum van de stad en dat optreden was voor twee gemeenteraadsleden de directe aanleiding om van het instrument van interpellatie gebruik te willen maken. Maar voordat de indieners hun verzoek mochten uiteenzetten en toelichten, zo geeft de wet aan, dient de gemeenteraad hierover eerst een besluit te nemen. Wordt dat besluit in meerderheid aangenomen dan worden de indieners conform het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad in de gelegenheid gesteld om op hun verzoek een toelichting te geven.

De gemeentewet kent aan elk lid van de raad het zogenoemde recht van interpellatie toe. Het is een zwaar middel om informatie van het college te verkrijgen als raadslid naast het stellen van schriftelijke vragen aan het college van B en W. Een interpellatie betreft meestal een politiek gevoelige gebeurtenis of actualiteit.

28 van de 33 aanwezige gemeenteraadsleden, w.o. GBG, stemden voor en daardoor konden de indieners het verzoek toelichten.

De indieners gaven aan wat er op die bewuste avond ervaren was door de eigenaren van sommige bezochte locaties terwijl de burgemeester als reactie aangaf dat er gerichte aanwijzingen waren geweest voor deze reguliere controles en dat er door diverse vertegenwoordigers van de controlerende instanties overtredingen waren geconstateerd die verband hielden met de arbeidsinspectie en de hygiëne. De burgemeester en de indieners verschilden echter met elkaar van mening over de wijze waarop de vertegenwoordigers van de controlerende instanties hun taken hadden uitgevoerd en in welke vorm daarvoor excuses zou zijn aangeboden. Omdat verschillende meningen over die excuses bleven bestaan, voelden de beide raadsleden zich in hun integriteit aangetast en deden zij het ordeverzoek aan de gemeenteraad om de passage over de excuses in de reactie van het college te schrappen. Om aan dat verzoek mijn steun te verlenen ging mij een stap te ver, mede omdat de inspecties op zich rechtmatig waren geweest en daarbij ook nog eens een keer overtredingen hadden moeten vaststellen die anders niet aan het licht zouden zijn gekomen, en heb ik, evenals andere 22 gemeenteraadsleden, tegen dit ordeverzoek gestemd en daarmee werd dit verzoek verworpen. Daarmee was deze aangelegenheid voor dat moment afgerond en ging de gemeenteraad over tot het behandelen van de resterende agendapunten van die avond.

De reguliere agenda werd opgepakt met een aantal hamerpunten. De fractie van GBG heeft voor gestemd over het bestemmingsplan Westergouwe fase WG-III.B en het bestemmingsplan Jan Ligthartlocatie. Een ander belangrijk onderwerp, het Reserve Waterfonds, en de daarvoor ingediende moties en amendementen, niet in de laatste plaats vanwege het hoge financiële plaatje wat het met zich meebrengt (en mede op basis van voortschrijdend inzicht, ondanks dat de intieme vaarroute in ons verkiezingsprogramma specifiek wordt benoemd) konden niet op mijn steun rekenen. Datzelfde gold ook voor het verhogen van het aantal plekken op AZC Molenwiek. De verklaring daarvoor was dat bij een geamendeerd raadsbesluit van september 2022, in meerderheid door de gemeenteraad aangenomen, namelijk werd vastgelegd dat het AZC-plus op die locatie zou moeten worden gerealiseerd en dat kon nu juist niet uitgevoerd worden, vanwege de opgelegde verhoging van het aantal plekken.

Wel heeft de fractie voor gestemd voor wat betreft de verbouwing van het pand aan de Burgemeester Martenssingel 15, dat gereed gemaakt wordt voor de uitbreiding van onderwijsvoorzieningen voor leerlingen die de Internationale Schakel Klas in Gouda bezoeken. Een

ander belangrijk en groot onderwerp dat geagendeerd was, ging over de startnotitie uitgangspunten afval- en grondstoffenbeleid 2024-2026. Het initiële raadsbesluit heeft de fractie gesteund en datzelfde gold ook voor de motie van de VVD voor een ‘Pilot na scheiden’. Alleen is deze motie in meerderheid verworpen in de gemeenteraad.

Aan de motie van de SGP over ‘Na scheiden afval’ verleende ik steun, doch die verkreeg niet de steun van de meerderheid van de gemeenteraad. Het amendement van de VVD ‘Afval en grondstoffenbeleid 24-26’ verkreeg met mijn steun een meerderheid in de gemeenteraad. Het amendement van de SGP ‘minder trillingen’ werd weliswaar door mij gesteund doch verkreeg geen meerderheid in de raad.

De startnotitie Burgerparticipatie kon ook op steun rekenen van de GBG-fractie, alsmede de beide amendementen van de VVD op dit onderwerp. Afsluitend stonden er 3 ‘moties vreemd aan de orde van de dag’ geagendeerd. Naast de motie van de PvdA ‘Inzet Rijksmiddelen voor preventie met gezag’ heeft de fractie van GBG de motie van de D66 ‘GI-coördinator’ gesteund.

Deze laatste motie werd door alle partijen mede-ingediend en daarmee unaniem aangenomen. De motie van de PvdA over zwemveiligheid kinderen Gouda, werd eveneens unaniem aangenomen.

Delen
Chat openen
1
Hallo, kan ik u ergens mee helpen? - Rüstem Çetin | Fractievoorzitter GBG